Waarin zijn wij gespecialiseerd?

We hebben in de loop van de afgelopen 30 jaar geconstateerd, dat sommige cliënten voortdurend moeilijkheden ervaren in het contact met anderen en vastlopen op verschillende terreinen van hun leven: thuis, op school of op het werk. Het vermogen tot aanpassing aan steeds verschillende situaties lijkt verminderd. Ons is gebleken, dat deze gang van zaken in belangrijke mate wordt bepaald door (al dan niet traumatische) ervaringen in de kindertijd en de puberteit. Vooral wanneer ouders/verzorgers zowel op zeer jonge leeftijd dan wel in de puberteit onvoldoende in staat bleken voldoende veiligheid en empathie te tonen, overbeschermend waren of wanneer er sprake is van stressvolle gezins- of sociale omstandigheden kan dit leiden tot chronische klachten.

Vanuit onze betrokkenheid bij de trauma behandeling van de getroffenen na de cafe brand in Volendam (2001) en onze ervaring met sommige cliënten binnen onze psychologenpraktijk die ondanks vele, vaak langdurige behandelingen, klachten bleven houden, hebben we kunnen waarnemen, dat een aantal clienten onvoldoende baat heeft bij (trauma)behandelingen die vooral gericht zijn op cognitieve en verbale interventies. De feedback van deze clienten leerde ons, dat vooral non- verbale, fysieke, actieve en speelse componenten een belangrijke bijdrage leveren aan het herstelproces. Op basis van deze feedback maar ook op de recent veranderende wetenschappelijke inzichten over trauma behandelingen hebben we deze componenten geïntegreerd in de voor deze klachten specifieke psychotherapeutische behandelvormen.

We hebben ons dan ook gespecialiseerd in de behandeling van hechtingsproblematiek en vroegkinderlijke traumatisering / complexe PTSS. Vroegkinderlijke traumatisering, zoals fysieke en psychische mishandeling of verwaarlozing en seksueel misbruik beïnvloeden niet alleen psychische maar ook lichamelijke en neurofysiologische processen, die tot op hoge leeftijd tot ernstige klachten kunnen leiden.

Wanneer er sprake is van vroegkinderlijke traumatisering is is er sprake van een verstoorde stress tolerantie waardoor de emotieregulatie, impulscontrole, moreel besef en mentaliserend vermogen worden beperkt. De behandeling is erop gericht de client te leren zelf zijn emoties te reguleren en met zijn herinneringen aan traumatische ervaringen om te gaan zonder erdoor overspoeld te raken.

Dit vraagt, anders dan bij niet getraumatiseerde cliënten, een andere houding van de therapeut. Omdat getraumatiseerde cliënten geen stabiele basis hebben is het voor de therapeut in zijn rol van coach en ‘ervaringsdeskundige’ van belang die elementen aan te brengen die voor het ontstaan van een veilig hechtingspatroon, noodzakelijk zijn. Beweging, spiegelen, aandacht, structuur, gezonde voeding, erkenning van positieve eigenschappen, wensen en ambities en het geven van hoop zijn belangrijke interventies.

Het gebruik van metaforen, het stimuleren van zintuiglijkheid en het betrekken van voor de client belangrijke anderen bij de behandeling faciliteren deze interventies.